Extra
De ligging van het kasteel bij de samenvloeing van de rivier 't Geyn, thans de Angstel, en de Winckel was strategisch gezien zeer gunstig aangezien de aanvoer van goederen toen nog grotendeels via het water ging. Behalve strategisch had het ook bouwtechnisch gezien een gunstige ligging. Uit proefboringen in 1964 op het naast het slot liggende land van Boer Zeldenrijk, bleek dat er in de onderliggende grondlagen hoegenaamd geen klei en helemaal geen veen voorkomt maar zand. Dit in tegenstelling tot bijna alle andere plaatsen in Abcoude waar geboord werd.

Plattegrond na weerstandsmeting 1995.

Voor de vorm van het slot gaan we uit van bovenstaand kapplan. Deze komt ongeveer overeen met hoe het slot eruit zou hebben gezien. De torens in de tekst heten, gezien naar deze tekening voortaan; grote ronde toren, kleine ronde toren, halfronde toren, rechthoekige toren en vierkante toren.

Bij de herbouw van het slot in 1328, was er op het eind van de 13de eeuw een eenvoudiger kasteeltype in zwang gekomen. Derhalve is de vorm van een onregelmatige zeshoek in 1328 niet erg waarschijnlijk. Nou zal niet iedereen meteen de nieuwe norm volgen, voorbeelden hiervan vinden we nog steeds terug, zoals Te Nesse onder Linschoten.

Alleen door een bouwhistorisch onderzoek van de fundamenten zouden we een duidelijker bouwdatum kunnen bepalen. Voorlopig kunnen we aannemen dat het slot uit de 13de eeuw stamt.

Bij de opgravingen in 1979 bleek dat de toren in de Zuidoosthoek een middellijn van 12,50 meter heeft. De torenmuren hebben een dikte van 2,60 meter. Men meent hier aan de toren duidelijke sporen te zien van vroegere en latere bouwactiviteiten. De put heeft een middellijn van 2,20 meter. Het stuk opgegraven muur aan de slotgracht heeft een lengte van 10,60 meter.

Door de weerstandsmeting zijn we een stuk meer te weten gekomen over de omvang van het slot. Helaas is er niet naar de put en de eventuele voorburcht gezocht. Wel weten we nu dat de omvang van het slot ca. 46 x 48 meter was.