De opgravingen
In 1930 vind de eerste opgraving plaats van het Slot. Dat dit vast niet uit historisch oogpunt is gedaan blijkt wel uit de aanwezigheid van de plaatselijke antiquair die de gevonden voorwerpen voor geldelijk gewin verkocht. We weten wel wat er ongeveer gevonden is en waar, maar niet waar deze voorwerpen zich heden ten dage bevinden. Gelukkig zien we dat het bij de laatste opgraving in 1979 volledig om de historische waarde van het Slot gaat. Helaas was niet iedereen hier blij mee. <uittreksel krantenartikel>.

 

Bij de opgraving in 1931 is onder andere de put te voorschijn gekomen. De put heeft een middellijn van 2,20 en ligt binnen de muren. Deze was volgestort met puin, en is waarschijnlijk in 1911 al een keer eerder opgegraven. Tijdens de opgravingen zijn, door de Abcouse antiquair Van der Steen en de toenmalige eigenaar Van den Bosch, een aantal Jacobakannetjes, een olielampje, een grape (een rond aardewerk potje op drie pootjes), flesjes, pijpen, kanonskogels en dergelijke te voorschijn gekomen.

Het blijkt dat het Slot na de opgraving niet of nauwelijks is afgedekt, want op een luchtfoto uit 1959 zijn nog steeds funderingen te zien. Enkele jongens uit het dorp hebben er toendertijd nog gegraven, en er daadwerkelijk nog voorwerpen gevonden.

Op deze foto is een stuk te zien van de fundering van een toren. De boom rechts op de foto staat achter het midden van de toren. Trekken we hier een lijn en leggen we die op RS01, dan zou een paar graden naar links de boerderij te zien moeten zijn. Dit lukt alleen als we de kleine ronde toren pakken. Volgens de bijschriften van de foto is de muurdikte op maaiveldhoogte 2,40 en wordt naar beneden toe breder.

Muurfragment van de kleine ronde toren.

Fundering van de kleine ronde toren.

Op deze luchtfoto valt veel te herleiden over de veranderingen die er de laatste eeuwen hebben plaats gevonden. Projecteren we MVO01 op deze foto dan zien dat het overgrote deel van de sloten bijna onveranderd zijn. De weg die in de 18de eeuw is aangelegd, is nog vaag herkenbaar. Afbakingen van AV01 zoals bij "De Steegh" en de boerderij Landlust zijn duidelijk zichtbaar. De bomensingel is bijna geheel verdwenen, alsook het noordelijke gedeelte van de binnengracht. De binnengracht staat verder zo goed als droog.

De gracht komt op deze foto goed naar voren. Veel ruimte voor een voorburcht is er niet echt, en de beschrijving van van Breuninghoff zou hier al helemaal niet meer opgaan met zijn twee gelijke stukken vierkant land beide omgeven door een gracht.

Het vroegere kasteelterrein vanuit de lucht gezien met het riviertje de winkel.

De reconstructie van de fundering is verricht in opdracht van de stichting RAAP door middel van een weerstandsonderzoek. Daarna is met behulp van de tekeningen van Roelant Roghman een reconstructie van het kapplan gemaakt. Helaas worden er behalve vroeger, heden ten dagen nog steeds fouten gemaakt. De volgende wijzigingen zouden nog moeten worden verwerkt. We beginnen bij de toegangsbrug. Hier ontbreekt het brughuisje aan de rechterzijde van de brug RR01 en RR04. Links van de kleine ronde toren in de eerste knik van de schildmuur hoort nog een weergang te lopen, daar dit gedeelte nooit verhoogd is geweest CV01, RR01 en CP01. Op het grote zuidelijk gelegen woongedeelte hoort een dakkapel te zitten RR03. Op de grote ronde toren hoort nog een schoorsteen RR02. In de muur tussen de grote ronde toren en de rechthoekige toren RR04 zit een venster, erachter is niets getekend, dit is zeer onwaarschijnlijk. Op de rechthoekige toren is aan de binnenzijde een schoorsteen getekend. De onderzoeker vergist zich echter met de schoorsteen op de vierkante toren. De tuidraden geven hierover uitsluitsel RR03. Hier zien we ook dat aan de achterzijde van de rechthoekige toren de kantelen doorgetrokken zijn tot een gewone verhoogde muur. Op het kapplan zijn ze wel getekend RR03. Het eerste kanteel ten westen van de vierkante toren is tot tegen de toren aan getekend. Dit staat niet op RR04. Op de vierkante toren zitten twee mogelijk drie dakkapellen op de noord oost en westzijde CV01, RR01 en RR04. Een van de grootste verschillen is echter de gehele schildmuur met vierkante toren van de rechthoekige tot de kleine ronde toren. Op RR04 staat 3,5 kanteel. Op KP01 tekent men er echter 5,5. Op RR01 zien we nog net de schoorsteen van de vierkante toren die iets uit het midden staat in tegenstelling tot KP01. Nemen we hetzelfde gezichtpunt als RR01 op KP01 dan blijkt dat we de schoorsteen niet meer kunnen zien. Ook lijkt het op CV01, AO01 en RR01 alsof we meer van de vierkante toren zien dan mogelijk zou zijn op KP01. Nemen we de tekeningen van Roghman voor waar aan dan zou de hele schildmuur met toren naar achteren moeten. Kijken we op CP01 dan zien we inderdaad dat de aanhechting van de schildmuur veel meer naar binnen zit. Ook zou het aantal kantelen rechts van de vierkante toren minder zijn, mede doordat hij op KP01 sowieso meer naar binnen hoort te liggen. Volgens mij hoort de hoek van de toren t.o.v. de schildmuur ook anders te zijn, dit is alleen nog maar een gevoel. Op RR02 zien we rechts nog een klein stukje van de kleine ronde toren voordat de kantelen omhooggaan naar het dak van de nieuwe bovenbouw. Trekken we verscheidene snijlijnen van het slot op KP01 naar het gezichtspunt van RR02 dan is dat met dit kapplan onmogelijk. Zou de knik in de muur meer naar het zuiden liggen? De toiletschachten in de kleine ronde toren zijn schuin ten opzichte van de straal getekend. Mij lijkt het als we op RR02 kijken dat ze er parallel aan staan.